Indien de stappen elkaar te snel opvolgen, kan er hapering optreden op het moment dat de injectiespuit wordt ingedrukt. Dit probleem komt soms voor wanneer het commando Titreer(…;Snel) wordt gebruikt. Voor een langzame titratie (Titreer(…;Langzaam)) moet de titrator goed functioneren. Wanneer snelle titratie toch nodig is, verhoog dan de wachttijd tussen de stappen. Dit kan alleen veranderd worden in de auteursomgeving van Coach.

  1. Start de Coach activiteit ‘zuur-base titratie’, of vergelijkbaar.
  2. Plaats de muis net onder de titelbalk van het Programmavenster en sleep de bovenrand naar beneden.
  3. Dit opent de procedure-editor.
  4. Verhoog de waarde van de variabele wachttijd (bijvoorbeeld naar 0,005)
  5. Sleep de rand terug naar boven om de editor te sluiten.

Controleer of het Titreer(…; Snel) commando goed werkt na deze veranderingen.

Bij titreren met behulp van de stappenmotor draait de schroef achteruit, maar bij het commando om terug te draaien loopt de motor juist vooruit. Verwissel de draden van de uitgangen A1 en B1 op CoachLab II/II+.

Op de een of andere manier is de motor niet sterk genoeg om de spuit in te drukken. Dit kan aan de motor liggen, of aan de gebruikte injectiespuit. Controleer het volgende:

  • Indien de voedingsadapter van CoachLab II/II+ een spanningsschakelaar heeft, zet deze dan op 12 volt.
  • Bij het oude type titrator vervormt de injectiespuit als deze met kracht in de titrator wordt geduwd. De zuiger komt dan klem te zitten. Leg de spuit beter los in de titrator.
  • Bij het nieuwe type titrator moet de meelegeverde spuit worden gebruikt. Deze loopt lichter dan andere spuiten.
  • De schroef-as is soms erg strak op het huis van de motor gemonteerd, waardoor juist bij indrukken van de spuit wrijving ontstaat. Stel het verbindingspunt van de as met het motorhuis ruimer af (ca. 1-2 mm tussenruimte) m.b.v. een imbussleuteltje, zodat bij indrukken de as niet langer tegen het motorhuis loopt.